Een tijdje geleden kwam een ouder naar mij toe met het verhaal dat haar hoogbegaafde dochter van 6 jaar, erg gevoelig was voor alles wat in de klas gebeurde. Haar dochter had er bijvoorbeeld echt ‘last’ van als de leerkracht niet goed in zijn vel zat. Zij voelde dat heel sterk en ging zichzelf daar ook slecht door voelen. Ze nam als het ware het gevoel van de leerkracht over. Soms waren het andere dingen die haar hoofd onrustig maakten: de berichten van het Jeugdjournaal, een toneelvoorstelling op school, het schoolreisje of een ruzie met een vriendinnetje. Ze begon nerveus gedrag te vertonen zoals nagelbijten en trok haren uit haar hoofd. Ze sliep vaak laat in en was overdag moe. Ze had veel huilbuien. Door alle zorgen in haar hoofd en slaaptekort werd ze steeds stiller en neerslachtiger. Haar ouders maakten zich zorgen en vroegen zich af hoe zij hun dochter konden helpen.
Deze extreme gevoeligheid en het piekeren over ‘grote’ en kleine zaken, is iets wat regelmatig voorkomt bij hoogbegaafde kinderen die sterk empatisch zijn en veel signalen uit de omgeving oppakken. Het zijn niet alleen emoties, maar ook wat ze horen, zien en fysiek voelen. Julia had soms ‘last’ van haar gevoeligheid.
In de begeleiding van Julia was het eerste doel om haar te leren hoe zij zichzelf kon ontspannen. Omdat ze eigenlijk niet meer wist hoe ‘ontspannen’ voelde hebben we mindfulness-oefeningen gedaan. Deze oefeningen helpen om de stroom aan gedachten en gevoelens in je hoofd te laten stoppen en meer in het ‘hier-en-nu’ te leven. Toen zij weer ervaren had hoe het voelt om ontspannen te zijn, heb ik met haar gewerkt aan de bewustwording van haarzelf. Ik heb haar uitgelegd wat het betekent als je heel gevoelig bent. Zij vertelde op welke momenten zij zij zich rot voelde. Daardoor werd zij zich bewuster van het gevoel in haar buik en de gedachten in haar hoofd en ook op welke momenten zij die had. Dit maakte het voor haar duidelijker wanneer ze aan de bel moest trekken wanneer het haar thuis of op school te veel werd.
In overleg met de ouders van Julia heb ik met de leerkracht besproken hoe Julia de drukte en de prikkels in de klas ervaart. De leerkracht weet nu ook wanneer ze overprikkeling bij Julia kan herkennen en anticipeert daar nu op. We hebben afgesproken met de leerkracht dat zij een time-out kan krijgen op de bank in de gang waar ze even tot rust kan komen. Zowel de leerkracht als ouders nemen nu de tijd om haar vragen en zorgen kort te bespreken of ze schrijft ze op in haar schriftje. Ook heb ik haar een ontspanningsoefening meegegeven die ze kan doen om zichzelf rustiger te krijgen. Haar ouders herkennen nu de situaties die zorgen voor overprikkeling bij Julia. Ze anticiperen daar op en lassen rustmomenten in voor Julia. Het Jeugdjournaal wordt nu bijvoorbeeld overgeslagen als Julia zich ‘overvol’ voelt. Julia begrijpt zichzelf en haar eigen reacties beter. Ze is een stuk meer ontspannen en vrolijk geworden. Ze speelt weer, doet ondeugende dingen en lacht steeds meer.
Toen Tom nog een kleuter was, was de hele dag een ontdekkingstocht: hij probeerde van alles uit, van apparaten tot bouwwerken van lego en Knex, in de tuin, hij kreeg er geen genoeg van. Ook knutselde hij mooie autootjes in elkaar en was pas tevreden als die echt konden ‘rijden’. Hij genoot van deze creatieve ontdekkingstochten. Tom was een vrolijk en zelfbewust jongetje. Nu Tom een aantal jaar ouder is, lijkt het of deze ontdekkingsdrang verdwenen is.
Op school doet Tom braaf zijn werk. Ondanks dat inmiddels bekend is dat hij hoogbegaafd is weigert hij verrijkingsstof te doen. Alles wat nieuw en uitdagend is wijst hij van de hand: “Dat kan ik toch niet”. De vraag was hoe dit zo gekomen was? De precieze oorzaak is niet zo maar aan te wijzen. Het kan met van alles te maken hebben: faalangst, perfectionisme, aangepast gedrag in de klas (niet willen opvallen) maar ook dat Tom wellicht een vaste mindset heeft ontwikkeld in de loop der jaren? In de begeleiding is eerst gekeken wat ten grondslag lag aan zijn gedrag. Tom was bang geworden om fouten te maken en hij wist ook niet meer zo goed waar hij blij van werd. Het schoolse leren interesseerde hem niet zo. Hij was alleen nog maar geïnteresseerd in gamen en speelde nauwelijks nog buiten of met vriendjes. Ook thuis was hij niet meer de oude. Goedbedoelde gesprekken met zijn ouders liepen vaak op niets uit.
Samen met Tom zijn we op zoek gegaan naar waar zijn passie van vroeger gebleven was. Door een aantal testen en spelsituaties waarin verschillende competenties gevraagd worden, kwamen we al doende achter zijn eigen kwaliteiten en waar hij energie van krijgt. De vragen die aan bod kwamen waren: “Wat zou je willen leren en verder in komen? Wat wil je maken? Samen hebben we een aantal oefeningen en opdrachten gedaan waardoor hij weer ervaren heeft hoe het is om te proberen, te leren, door te zetten en iets nieuws te creëren. Ook heb ik in overleg met de ouders en de school afgesproken dat Tom samen met andere leerlingen werkt aan een project.
Zijn nieuwe ervaringen en wat hij leert van andere kinderen kan hij nu gebruiken bij een complexe opdracht op school, waarbij hij zijn creativiteit kan gebruiken, aangemoedigd door de mensen om hem heen. Door het overleg met de school kende de leerkracht zijn valkuilen en wist zij hoe hem daarvoor te behoeden, bijvoorbeeld door ‘saai’ rekenwerk te koppelen aan een uitdagend project, waar hij in stapjes aan mocht werken. Hij kreeg gaandeweg weer plezier in leren en creëren en kwam er weer achter waar hij blij van werd. Vol trots presenteerde hij één van zijn projecten aan de klas. Ook op sociaal-emotioneel vlak heeft vond hij zijn weg steeds beter. Er kwamen meer vriendjes en hij bedacht nu zelf spelletjes, die niets met een scherm te maken hebben. Hij kreeg weer vertrouwen in zichzelf, was weer dichter bij zichzelf gekomen en dat straalde ook af op andere situaties.