Een Poolse psychiater en psycholoog (Dr. Kazimier Dabrowski, 1902-1980), werkte regelmatig met hoogintelligente mensen. Hij merkte dat zij bepaalde gevoeligheden hadden die hij niet bij zijn andere patiënten terug zag. Hij heeft hier onderzoek naar gedaan en gaf het een naam: ‘overexcitabilties’ ofwel ‘overgevoeligheden’. Overgevoeligheden bestaan volgens hem op meerdere vlakken: psycho-motorisch, zintuigelijk, intellectueel, imaginatief en emotioneel. Vooral bij de laatste drie wordt ook wel gesproken over hooggevoeligheid. De meeste hoogbegaafde kinderen (maar ook volwassenen) herkennen zich in een aantal of soms zelfs alle overgevoeligheden. Het is geen diskwalificatie. Overgevoeligheden zijn juist een belangrijk aspect van het ‘zijn’ van hoogbegaafden. Het maakt ze alert op hun omgeving, creatieve denkers, ze hebben een enorme verbeeldingskracht, ze zijn gevoelig voor signalen om hen heen, ze kunnen intens genieten maar ook intens verdrietig zijn en nog veel meer.
(Bron: Hoogbegaafdvlaanderen.be)
Overexcitabilities kun je zien als 5 verschillende belevingskanalen die, onafhankelijk van elkaar, van zeer duidelijk naar zwak tot nauwelijks aanwezig zijn. Als zo’n kanaal duidelijk aanwezig is en dus wijd open staat (“over”) dan vertoont het betrokken individu voor die belevingsdimensie, een meer dan gemiddelde responsiviteit op stimuli. Hij is dus sneller geprikkeld dan het gemiddelde individu én zijn beleving verschilt ook in kwaliteit. De verschillende dimensies zijn: psychomotorisch, zintuiglijk, intellectueel, verbeelding en emotioneel.
Verwijst naar het fysieke energieniveau. Indien sterk aanwezig: een verhoogde prikkelbaarheid van het neuromusculaire systeem wat zich kan uiten in een grote beweeglijkheid, opgewondenheid, snel praten, impulsiviteit, lichamelijke onrust, willen bezig zijn, gedrevenheid, competitiviteit. Dus het gaat om een capaciteit om actief en energiek te zijn. Deze overgevoeligheid wordt vaak verward met ADHD.
Verwijst naar de zintuiglijke waarneming en beleving. Indien sterk aanwezig: een verfijnde en verhoogde zintuiglijke gevoeligheid die zich kan uiten in het sterk genieten van zintuiglijke waarnemingen, van schoonheid, beeldende kunst, literatuur, muziek,
geluiden, kleur, vormen, verhoudingen, de natuur… maar ook in de drang naar comfort en luxe, de behoefte om bewonderd te worden en in de schijnwerpers te staan. Dus het gaat om de capaciteit tot zintuiglijk genieten.
Verwijst naar de activiteit van de geest. Is niet hetzelfde als intelligentie! Refereert dus niet naar academische successen! Indien sterk aanwezig: een constante drang naar het vergaren van kennis en het op zoek zijn naar de waarheid wat zich kan uiten in het onophoudelijk vragen stellen, alles analyseren en tegelijk streven naar synthese, gepreoccupeerd zijn door logica en theoretische problemen, een scherp observatievermogen, onafhankelijk denken, kritisch zijn, symbolisch denken, ontwikkelen van nieuwe ideeën en concepten, denken over het eigen denken. Dus het gaat om een intellectuele honger.
Verwijst naar de verbeeldingskracht. Indien sterk aanwezig: frequent gebruik van beelden en metaforen in de taal, poëtisch taalgebruik, sterk vermogen tot gedetailleerde en levendige visualisaties, inventief en fantasievol, snel wegdromen bij verveling…maar ook vluchten in een fantasieën droomwereld, imaginaire vriendjes, dramatiseren, magisch en animistisch denken. Dus het betreft de ver-beeld-ing, figuurlijk én letterlijk.
Verwijst naar de intensiteit van de emoties en naar sensitiviteit. Indien sterk aanwezig: complexe gevoelens en emoties, intense gevoelens, sterk en verfijnd gevoelsbewustzijn, sterk vermogen tot empathie, sterke gehechtheid aan personen, dieren of plaatsen…maar ook verlegenheid, opwinding, psychosomatische klachten, sterke gevoelsherinneringen van ervaringen in het verleden, bezig zijn met de dood, angsten, depressie, intens gevoel van eenzaamheid, sterk verantwoordelijkheidsgevoel, schuldgevoelens, zelfmoordgedachten. Emotionele overexcitability vormt, via zelfreflectie en zelfbeschouwing, de basis van de relatie tot zichzelf en vormt, via medeleven en responsiviteit, de basis van de relatie tot de anderen. Dus het gaat niet om emotionaliteit maar om emotionele intensiteit en sensitiviteit.