Als ouder merk je vaak al op jonge leeftijd dat je kind zich anders ontwikkelt dan leeftijdsgenootjes. Je kind ging bijvoorbeeld heel vroeg en goed praten, of juist niet maar wel heel snel lopen. Je kind kon al vroeg moeilijke spelletjes en puzzels maken, lezen en leerde de verschillende kleuren of automerken heel snel kennen. Misschien was je kind wel heel gevoelig voor muziek, mooie dingen, de sfeer in huis en had een grote fantasie met spelen. Toch komt de vraag of er sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafdheid vaak pas aan de orde als je kind naar school gaat.
Op school worden de verschillen met leeftijdsgenootjes duidelijker. Hoogbegaafde kinderen nemen vaak sneller de lesstof op of zijn creatief in het bedenken van hun eigen schoolopdrachten. Soms verandert een kind, het past zich aan aan de ‘norm’ in de klas. Het kan ook zijn dat het kind dwars wordt. De leerkracht signaleert wellicht dat je kind al veel weet voor zijn of haar leeftijd en dat hij of zij alles snel oppikt, of misschien juist wel dat je kind zich zo ‘anders’ gedraagt? Als ouder vraagt je je soms af wat er aan de hand is met je kind. Is mijn kind misschien hoogbegaafd?
Gelukkig gaat het met de meeste hoogbegaafde kinderen relatief goed als ze zowel thuis als op school goed begeleid worden. Toch kan het gebeuren dat het opeens niet meer zo makkelijk gaat met leren op school of dat bijvoorbeeld de sociale aansluiting met andere kinderen stroef verloopt. Sommige kinderen gaan minder presteren dan op grond van hun capaciteiten verwacht mag worden: onderpresteren. Andere kinderen lopen vast zodra ze moeilijke opdrachten krijgen. Deze kinderen zijn niet gewend om hard te moeten werken voor hun schoolwerk. Ze hebben niet ‘leren leren’, of ze willen geen fouten maken.
Als ouder van een hoogbegaafd kind sta je voor een grote opvoeduitdaging. Het zijn bijzondere kinderen die enorm veel vreugde en geluk kunnen geven, maar ook veel vragen kunnen oproepen in de opvoeding en de begeleiding. Waarom reageert het kind zo heftig wanneer iets anders gaat dan gepland? Het ene moment giert hij het uit van het lachen en dan opeens, die boosheid? Waarom doet het zijn best niet op school terwijl het slim genoeg zou moeten zijn? Bij al dit soort situaties vraag je je als ouder af hoe je daar mee om kunt gaan. Dat is lang niet altijd even makkelijk en vraagt veel van ouders en leerkrachten.
De buitenwereld begrijpt het niet altijd: je kind kan goed leren, wees blij! Op school geldt vaak: we belonen je pas met extra werk als je je gedraagt, terwijl het afwijkend gedrag juist veroorzaakt kan worden door een gebrek aan uitdaging. Soms zoekt het kind te veel vragen achter de vraag. Het meest voor de hand liggende antwoord wordt niet gegeven, omdat er allerlei andere varianten bedacht worden, waardoor het kind op papier onderpresteert. Kortom: zo eenvoudig is het niet om het gedrag van een hoogbegaafd kind te begrijpen.
Zolang kinderen jong zijn vergt het aanpassing van de mensen in de directe omgeving van het kind. Naarmate hoogbegaafde kinderen ouder worden, wordt het steeds belangrijker voor ze om hun eigen weg in het leven te vinden, net als ieder ander mens. Ze kunnen niet meer verwachten dat de omgeving zich voortdurend aan hen aanpast. Zij zullen dat ook zelf moeten leren als de situatie daar om vraagt, zonder hun ‘eigenheid’ daarin te verliezen. Daar ligt een grote uitdaging voor hoogbegaafde kinderen en volwassenen. Een veilige, vertrouwde basis van waaruit zij verder kunnen groeien is daarbij essentieel. Die basis ligt in henzelf, thuis en op school.
Steeds meer mensen kennen het begrip hoogbegaafdheid, maar wat houdt het nu eigenlijk in? In boeken lees je over intelligente kinderen, die creatief zijn en een hoge motivatie kennen. Kinderen met een enorm ontwikkelingspotentieel, dat bij de één wel en bij de ander nauwelijks tot wasdom komt. Hoe kan dat nu? Wellicht herkent u uw kind in deze voorbeelden, maar misschien ook wel niet en denkt u: mijn kind lijkt heel slim, het weet veel en kan snel rekenen, maar het doet op school absoluut niet zijn best. Thuis is mijn zoon of dochter vaak met van alles bezig, daar creëert hij of zij zijn eigen projecten of soms is het tegenovergestelde het geval: thuis komt mijn kind moeilijk tot een activiteit of is het moeilijk in de omgang
Eigenlijk is de vraag wat hoogbegaafd is, net zo complex als het antwoord: hoogbegaafd gaat over veel meer dan alleen een hoge intelligentie. Het gaat over een andere manier van ‘zijn’. Dit ‘zijn’ ontwikkelt zich in de loop van het leven.
Hoogbegaafde kinderen zijn inderdaad meestal heel slimme kinderen, die vaak snel kunnen denken en relatief makkelijk door de standaard schoolstof komen. Ze zijn van nature nieuwsgierig. Kennis en leren is als ‘voeding’ voor hen, als ze het niet krijgen raken ze ‘uitgehongerd’, gedemotiveerd.
Toch is dat maar een deel van het plaatje. Het zijn vooral kinderen die de wereld op een hele andere manier beleven dan hun leeftijdsgenoten, een intense gevoelswereld en fantasie hebben, meer nadenken over wat ze allemaal beleven en leren. Die gevoelswereld uit zich niet alleen emotioneel maar ook fysiek. Het kunnen hele energieke kinderen zijn, die ruimte om te kunnen ontdekken, voelen en prikkels nodig hebben. Die prikkels hebben ze enerzijds nodig om tot ontwikkeling te komen. Anderzijds kunnen zij er ook last van hebben als het teveel wordt. Deze overgevoeligheden worden ook wel ’overexcitabilties’ genoemd.
Hoogbegaafde kinderen staan met hun andere manier van ‘zijn’ vanzelfsprekend continu in contact met de wereld om zich heen, zoals hun gezin, school, klasgenootjes en sportclubjes. Ze kunnen boos of verdrietig reageren bij verlies van een spelletje of sportwedstrijd. Ze kunnen intens verdrietig zijn als een speelafspraak niet doorgaat of juist extreem vrolijk zijn als ze lekker in hun vel zitten.
Deze soms heftige reacties en manier van denken wordt niet altijd begrepen door de omgeving, waardoor misverstanden en een gevoel van niet begrepen worden kunnen ontstaan. Soms kan deze intensiteit lijken op een gedrags- of ontwikkelingsprobleem. Het gebeurt helaas nog steeds dat deze kinderen een diagnose opgeplakt krijgen zoals ADHD, een leerstoornis of autisme. In een aantal gevallen is dat terecht. Dan kan er naast hoogbegaafdheid sprake zijn van een probleem in de ontwikkeling. Het is dan belangrijk deze kinderen te ondersteunen op beide vlakken. In andere gevallen kan sprake zijn van een misdiagnose.
Nauwkeurige diagnostiek is daarom van groot belang om dit helder te krijgen. Soms is extra begeleiding nodig om kinderen te helpen uit te vinden wie ze zijn, waarom ze zo zijn en doen wat ze doen. Hoe kunnen zij voor zichzelf een manier vinden om op een prettige manier in de wereld te kunnen staan en zich te ontwikkelen tot gelukkige mensen?
Smart Senses neemt naast intelligentie al deze aspecten mee in haar werkwijze. De cognitieve aspecten van hoogbegaafdheid (Smart), wordt in de benadering van Smart Senses onlosmakelijk verbonden aan de zintuiglijke, creatieve, intellectuele en emotionele aspecten (Senses) van hoogbegaafdheid.